Broedertrouw-UK76

Broedertrouw-UK76
Broedertrouw-UK76
UK76 / VD15
Nederland
1948
J. Vos & zoon, Groningen
onbekend
5040
VE
21,83 m
5,30 m
1,80 m
4,75 m
S spant
Geklonken
Staal
Geen
n.v.t.
DAF DK 1160 M
168 pk
01/01/1985
hydraulisch
Masson NF
EEN STUKJE GESCHIEDENIS

De 'Broedertrouw' is een eerste generatie Urker Noordzeekotter, met bouwnummer 97 werd het in 1948 in opdracht van de gebroeders Kapitein gebouwd door scheepswerf J. Vos & zoon, toentertijd gelegen aan het Oude Winschoterdiep in Groningen-stad.
Veel Urkers herinneren zich het stoere nog geklonken (!) scheepje wel, want 'n kleine twintig jaar lang bleef het eigendom van de familie Kapitein.

Het bleek een goed zeewaardig scheepje en vanuit Urk bevoer de 'Broedertrouw' de internationale wateren van de Noordzee tot Noorwegen en Ierland aan toe.
Maar ook werd het bijvoorbeeld in 1953 in Zeeland ingezet als hulpverleningsschip tijdens de watersnoodramp.

Oorspronkelijk had het twee houten masten -met een slingerzeiltje op de achterste- en werd er gevist met sleepnetten die over de kont van het schip werden uitgezet.
Bijgaande zwartwit-foto's laten het scheepje zien in z'n oorspronkelijke staat; toen nog zonder de kombuis achter de stuurhut en waar zich vóór de stuurhut nu de dekopbouw van het woonruim bevindt zien we de zware tuiglieren nodig voor het visserijbedrijf.

Al in de loop van de vijftiger jaren echter liep de familie Kapitein aan tegen de schaal-vergroting in de visserij; in 1955 werd daarom besloten om het schip ten gunste van het visruim met zo'n anderhalve meter te verlengen en kreeg het een zwaardere motor (een Deutz met 150 pk's ter vervanging van de origineel geplaatste 80 pk Kromhout).
In een handgeschreven logboek uit die tijd lezen we over royale vangsten van Schol, Schar, Wijting en Tong.

Ook bleek Jelle Kapitein niet wars van vernieuwing; zo beschrijft Jurie van den Berg in 'Nederlandse Kottervisserij 1960-1969' hoe hij als eerste Nederlandse boomkorvisser met kettingmatten naar zee ging om op platvis te vissen, een concept dat later brede navolging kreeg.
Vanwege de bescheiden hoeveelheid pk's werd in eerste instantie met één kettingmat gevist welke -ingepikt in een breidel- over de kont van het scheepje werd uitgezet en pas later werd de kotter daarvoor voorzien van de geschoorde stalen masten die zo typerend zijn voor deze vorm van visserij, waarbij de korren over de boorden van het schip worden uitgezet.

De voorste van deze karakteristieke masten heeft nog lang op het scheepje gestaan maar tegenwoordig zijn alleen de mastvoet en de fundaties van de schoren nog te zien.
Ook het originele mangat naar het nettenruim is nog op het voordek aanwezig, al bevindt zich tegenwoordig daaronder dan het logeerbed.

Meegaand in de vaart der volkeren besloot de familie Kapitein halverwege de jaren '60 tot vervangende nieuwbouw, de 'Broedertrouw' ging over in Volendams eigendom om onder de naam 'de Volendam' te gaan varen met visserijnummer VD15.
En alweer werd er sterkere voortstuwing geplaatst; opnieuw werd dat een Kromhout-motor maar met 240 pk's deze keer, zodat er met twee tuigen gevist kon gaan worden.

Ook de Volendammers wisten de zeewaardigheid van het scheepje zeer te waarderen; op www.kotterfoto.nl lezen we dat schipper G.J. Veerman daarover zegt: "…hij lag als een dijk op het water en we zijn er dan ook nooit bang op geweest…"

Halverwege de jaren '70 valt voor de kotter dan definitief het doek voor wat betreft de professionele visserij, want in 1975 maakt men gebruik van de saneringsregeling die de staat had opgetuigd.
Gelukkig werd het scheepje toen niet gesloopt, maar via verschillende eigenaren kwam het uiteindelijk terecht in Zeeuws eigendom en omgedoopt tot 'Willem Barentsz' werd het ingericht voor de zeesportvisserij met maximaal 34 opvarenden.

Rond de eeuwwisseling komt de 'Willem Barentsz' dan in particuliere handen en met toestemming van de familie Kapitein verschijnt het originele visserijnummer UK76 weer op de boeg.
Opnieuw zo'n twintig jaar verder is het scheepje ondertussen nogmaals voorzien van een vervangende motor; er staat nu een gemariniseerde DAF in met 168 pk's.


DE TEGENWOORDIGE TIJD

Daarnaast is de inrichting sindsdien steeds verder aangepast om langdurig aan boord te kunnen verblijven; de gecombineerde stuurhut/kombuis -voorzien van 'n kleine natte cel- is groot genoeg om plaats te bieden aan een keukentje en 'n zitje/ontbijthoek met panoramisch uitzicht rondom.
Ook is van hieruit het achteronder bereikbaar dat plaats biedt aan 'n riante slaapkamer.

Met het plaatsen van nieuwe (diesel)tanks in de machinekamer konden onder anderen de bunkers tussen visruim en nettenruim worden verwijderd, zodat er benedendeks 'n ruime maar toch intieme verblijfsruimte is ontstaan, met patrijspoorten in de den voor ruime lichtinval en voorzien van een volwaardige keuken, badkamertje en slaapkamer.

Sinds een paar jaar is dit karakteristieke scheepje ons trotse bezit en toen wij -Reintje Vriezema en Ivo Mentink- het in 2018 kochten hebben we het ook zijn originele naam weer teruggegeven.

En het blijkt natuurlijk altijd meer werk te zijn dan waar je vooraf op rekent, maar zodra we de 'Broedertrouw' dan helemaal naar onze zin hebben gemaakt staan 'n rondje Verenigd Koninkrijk en verschillende reisjes naar Scandinavië op ons verlanglijstje.
En totdat het zover is scharrelen we er Nederland mee rond om alvast wat te oefenen voor het ambulante leven dat we altijd al zo graag wilden voeren…


CONTACTGEGEVENS

Ivo: 06 511 25 977 / kaptyn.ivo@gmail.com / Reintje: 06 216 92 604
OnderwerpCategorieDatum
Deze gebruiker heeft geen berichten
0